Het Koninklijk Concertgebouworkest uit Amsterdam behoord tot de absolute top van de wereld en is volgens vele het allerbeste orkest. Dit orkest is opgericht in 1888 en is sinds 1988 voorzien van het predicaat Koninklijk, gegeven door koningin Beatrix. Het orkest heeft een beschermvrouwe, en dat is niemand minder dan koningin Máxima. Drie voormalig chef-dirigenten dragen een eretitel. Dit zijn Bernard Haitink (ere-dirigent), Riccardo Chailly en Mariss Jansons (conductor emeritus). Het orkest speelde voor het eerst op 3 november 1888 onder leiding van dirigent Willem Kes (1856-1934). Willem Kes was naast dirigent ook violist en componist. De bezetting bestond uit 120 personen welke de muziekstukken van Beethoven, Brahm, Saint-Saëns, Wagner en Stanford opdroegen.

In 1895 nam Willem Mengelberg het stokje over, en onder zijn leiding verwierf het orkest wereldfaam. Op Palmzondag van 1899 werd voor het eerst de Matthäus-Passion van Bach uitgevoerd, wat het begin was van de Nederlandse traditie. In 1902 en later 1912 en 1935 was er aandacht voor de Nederlandse muziek tijdens de Nederlandse Muziekfeesten. Gustav Mahler reisde in 1903 naar Nederland om met het concert zijn muziek ten gehore te brengen. In 1920, tijdens het zilveren jubileum van Mengelberg, kwam er een speciaal feest: het eerste Mahlerfeest.

Na de oorlog in 1945 kwam het orkest onder leiding van Eduard van Beinum. Na de oorlog werden meteen meer dan 100 concerten gehouden in een seizoen. Werken van eerder verboden componisten als Mahler, Debussy, Tsjaikovski en Mendelssohn klonken weer in de concerthal. In 1954 maakte Eduard van Beinum samen met Rafael Kubelík het eerste Amerikaanse tournee van het orkest. Van Beinum, een hartpatiënt, stierf in het harnas in 1959 in de Grote Zaal, terwijl hij de ‘Eerste symfonie’ van Brahms repeteerde met het orkest.

Van 1961 tot 1963 was de leiding van het orkest in handen van zowel Bernard Haitink en Eugen Jochum. De reden voor een dubbele aanstelling was dat het orkestbestuur vond dat er een risico werd genomen met de benoeming van de nog erg jonge Haitink. Bernard Haitink nam in 163 de leiding van het orkest, maar nu zonder E. Jochum als partner. De internationale vermaardheid van het Concertgebouworkest nam onder Haitink flink toe. Dit kwam voornamelijk door de vele buitenlandse tournees en door de vele plaatopnamen. In deze periode was er veel Franse muziek van onder andere Debussy te horen, en ook eigentijdse muziek ontbrak niet. De Duits-Oostenrijkse meesters waaronder Beethoven, Schubert en Brahms klonken eveneens met enige regelmaat.

Onder Riccardo Chailly kreeg het orkest het predicaat Koninklijk. In 1995 organiseerde het orkest het tweede Mahlerfeest, honderd jaar na Mengelbergs aantreden. Na Chailly neemt Mariss Jansons de leiding. Beethoven, Rossini, De Falla, Berio en Richard Strauss klonken tijdens de viering van het 120 jarige bestaan. In 2016 nam Daniele Gatti de leiding, maar na beschuldigingen van ongewenst gedrag moest hij echter in 2018 al weer vertrekken. Sindsdien werkt het orkest zonder vaste dirigent.